In dit deel worden de voor- en nadelen benoemd van een vso.
Als werkgever hoef je met een vso niet naar de rechter om een vast contract te beëindigen, met het risico dat de ontbinding niet wordt toegewezen. Een vso is dus definitief.
Doordat je niet naar de rechter hoeft, kan een gerechtelijke procedure worden voorkomen: dit scheelt geld, tijd en stress voor beide partijen.
Daarnaast is hoger beroep mogelijk in een rechterlijke procedure. Dit zorgt ervoor dat de procedure nog langer duurt en de uitkomst is dan alsnog onzeker.
Een vso is in principe geheel vrij te bepalen. In tegenstelling tot de kantonrechter en het UWV; die hebben allerlei voorschriften waaraan voldaan moet worden.
De vaststellingsovereenkomst mag ook in strijd zijn met dwingendrechtelijke regels. Er bestaat dus meer ruimte in een vso om te regelen wat je wilt.
Een vaststellingsovereenkomst kan completer gemaakt worden. Een concurrentiebeding bijvoorbeeld wordt niet overeengekomen in een rechterlijke procedure.
In overleg kan vaak meer bereikt worden. Partijen kunnen duidelijke voorstellen doen over wat ze over en weer van elkaar verwachten. Met partijen rond de tafel kan dit bovendien op een minder 'vijandelijke' manier gebeuren. Er wordt geprobeerd om er samen uit te komen in plaats van 'werkgever vs. werknemer'.
Sommige afspraken kunnen gewoonweg niet door de wet te volgen zijn en daarom ook niet ten uitvoer gelegd worden. Vaak kan dit voorkomen worden door niet al te veel af te wijken van wat normaliter in een vso opgenomen is.
Herroepingsrecht: Dit houdt in dat de werknemer na het ondertekenen van de vso alsnog terug kan komen op de overeenkomst. Dit is dus vooral nadelig voor jou als werkgever. Hierover meer onder 'Wat wordt geregeld in een vso?'
Mocht de werknemer niet instemmen, dan kan de arbeidsrelatie alsnog verstoord raken. Dit betekent dat jullie relatie kan verslechteren. Het is daarom zaak dat de overeenkomst ook voor de werknemer positief uitpakt.