Het belangrijkste van de nieuwe wet is dat de interne meldregeling moet worden aangepast. Termijnen, meldingswijzen en de registratieplicht zijn gewijzigd en moeten in de regeling worden opgenomen. Deze regeling moet in ieder geval bepalen:
Welke meldingen kunnen worden gedaan
Wie een melding mag doen
Hoe de melding kan worden gedaan (schriftelijk of mondeling)
Bij welke (externe) functionaris dit kan gebeuren
Dat de melding vertrouwelijk wordt behandeld
Dat de melder rechtsbescherming heeft
Dat de melding wordt geregistreerd
Dat binnen 7 dagen een ontvangstbevestiging wordt gestuurd
Dat binnen 3 maanden na de ontvangstbevestiging informatie volgt over de beoordeling en opvolging
Dat de melder een externe adviseur kan raadplegen (bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon)
Dat de melder bescherming geniet als zij de melding op een juiste doen
De nieuwe wet breidt ook de reikwijdte van meldingen uit. Waar onder de oude wet alleen vermoedens van misstanden binnen het bedrijf gemeld konden worden, vallen nu ook inbreuken op het Unierecht onder de regeling.
Daarnaast is de bescherming uitgebreid. Voorheen golden de regels alleen voor werknemers en ambtenaren via het benadelingsverbod. Nu geldt dit verbod voor iedereen met een werkrelatie met de werkgever, en voor alle vormen van benadeling. Waar het eerst ging om ontslag, degradatie of schorsing, omvat het nu ook uitsluiting, intimidatie, pesten, weigering van referenties, het plaatsen op een zwarte lijst en dreigementen.
Wordt een melder benadeeld, dan ligt de bewijslast bij de werkgever: die moet aantonen dat de benadeling géén verband houdt met de melding.
Verder mogen werkgevers geen zwijgbeding meer opnemen in arbeidsovereenkomsten.
Voor werkgevers in de private sector met minder dan 250 werknemers gold dat zij uiterlijk 17 december 2023 hun meldingsprocedure moesten aanpassen. Grotere bedrijven moeten nu al volledig aan de nieuwe wet voldoen.
Stappenplan: voldoen aan de nieuwe wet bescherming klokkenluiders