Een betrokkene heeft verschillende rechten wanneer je zijn of haar persoonsgegevens verwerkt:
Recht op inzage: de betrokkene mag een kopie opvragen van de persoonsgegevens die je van hem of haar verwerkt.
Recht op vergetelheid: de betrokkene heeft het recht om ‘vergeten’ te worden door je organisatie.
Recht op rectificatie en aanvulling: de betrokkene mag persoonsgegevens laten corrigeren of aanvullen.
Recht op dataportabiliteit: de betrokkene heeft recht op overdracht van gegevens naar een andere partij.
Recht op beperking van de verwerking: de betrokkene mag verzoeken bepaalde gegevens niet (meer) te verwerken, bijvoorbeeld wanneer die verwerking niet noodzakelijk is.
Recht op een menselijke blik bij besluiten: bij geautomatiseerde besluitvorming en profilering mag de betrokkene vragen om een menselijke beoordeling.
Recht om bezwaar te maken: de betrokkene mag bezwaar maken tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens.
Recht op duidelijke informatie: de betrokkene moet weten welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel.
Recht om toestemming in te trekken: wanneer de betrokkene toestemming heeft gegeven voor een verwerking, mag deze toestemming worden ingetrokken. Alles wat hierop betrekking heeft, moet voor zover mogelijk worden verwijderd.
Wanneer een betrokkene een van deze rechten wil uitoefenen, mag je controleren of diegene daadwerkelijk is wie hij of zij zegt te zijn. Je mag dus vragen om een bevestiging van de identiteit. Dit voorkomt dat iemand anders toegang krijgt tot persoonsgegevens die niet van hem of haar zijn.