Toerekenbare tekortkoming
Op basis van de door jou gegeven antwoorden is er sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming (wanprestatie).
Er zijn meerdere oplossingen (remedies) mogelijk. Aan iedere remedie zijn verschillende voorwaarden verbonden. De remedies:
Ontbinding is het volledig beëindigen van de overeenkomst.
Opschorting is het opschorten van jouw levering om de tegenpartij te dwingen om toch na te komen.
Vordering tot nakoming is een vordering van de rechter die de tegenpartij verplicht om na te komen.
Schadevergoeding is de vergoeding van de schade die je hebt geleden door het tekortkomen in de nakoming.
Welke remedie openstaat hangt weer af van een aantal andere factoren. Zoals de mogelijkheid voor de tegenpartij om alsnog zijn afspraken na te komen.
Het kan namelijk zo zijn dat het niet meer mogelijk is voor de tegenpartij om zijn afspraken na te komen. In juridische termen heet dit 'blijvend onmogelijk'.
Er zijn twee situaties waarin nakoming blijvend onmogelijk is: absolute onmogelijkheid en relatieve onmogelijkheid.
Absolute onmogelijkheid is een situatie waarin het feitelijk is uitgesloten dat de afspraken nog nagekomen kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is een uniek schilderij dat voor de levering verbrandt. Er is geen enkele mogelijkheid dat de tegenpartij dit schilderij nog kan leveren.
Relatieve onmogelijkheid is de situatie waarbij nakoming nog wel mogelijk is, maar dit voor de schuldenaar dermate bezwaarlijk zou zijn (bijvoorbeeld financieel of qua inspanning) dat het redelijkerwijs niet van hem verwacht kan worden. Een voorbeeld is de levering van spullen door een containerschip. De container is niet goed vastgemaakt, waardoor de container in de zee valt en vervolgens helemaal tot de bodem van de zee zinkt. Het zou in theorie nog mogelijk zijn om de container van de bodem te halen, maar dit kan redelijkerwijs niet van de tegenpartij worden verwacht.
Let op!
Wanneer we spreken over een situatie die blijvend onmogelijk is, moet dit wel aan de tegenpartij kunnen worden toegerekend. Als nakoming niet mogelijk is door een situatie die niet aan de tegenpartij kan worden toegerekend spreken we van overmacht.
Er is dus een verschil tussen blijvend onmogelijke en niet blijvend onmogelijke nakoming. Op het moment dat de prestatie nog kan worden nagekomen, moet de tegenpartij eerst de mogelijkheid krijgen om dit te doen.