Vervolgens is het van belang om te beoordelen of we überhaupt te maken hebben met Artificiële Intelligentie (AI).
Volgens de AI Act is een systeem een AI-systeem wanneer het:
Ontworpen is om autonoom te werken; en
Input van buitenaf ontvangt (bijvoorbeeld sensorgegevens, tekst, beelden of andere gegevens); en
Op basis daarvan een uitvoer genereert (zoals een besluit, aanbeveling, tekst of afbeelding); en
Waarvan die uitvoer direct invloed heeft op de omgeving (bijvoorbeeld op mensen, apparaten of processen).
De gebruikte technologie maakt hierbij niet uit. Het kan gaan om machine learning, statistische modellen of zelfs eenvoudige regels zoals in een Excelfilter. Belangrijk is het begrip autonomie: het systeem neemt beslissingen of acties zonder menselijke controle.
Voorbeelden van AI volgens de AI verordening
Een zelfrijdende auto die zelf beslist hoe hij rijdt.
Een slimme pacemaker die zelf de hartslag aanpast op basis van sensordata.
Geen AI volgens de AI verordening
Een handmatig aangestuurd apparaat dat alleen werkt op directe instructies van een mens.
Een spellingscontrole die enkel markeert wat niet klopt, maar geen beslissingen neemt of acties uitvoert zonder menselijke goedkeuring.