In deze stap beoordeel je of het verwerken van persoonsgegevens écht nodig is om jouw belang te dienen. Daarbij kijk je naar twee punten:
Is er een minder ingrijpende manier om hetzelfde doel te bereiken?
Als je hetzelfde resultaat kunt behalen met een aanpak die minder impact heeft op de privacy van betrokkenen, dan moet je die minder ingrijpende optie kiezen.
Dit heet het subsidiariteitsbeginsel.
Gebruik je alleen de gegevens die echt nodig zijn?
Je mag niet meer gegevens verwerken dan strikt noodzakelijk om het doel te bereiken.
Dit heet het dataminimalisatiebeginsel.
Is de verwerking niet noodzakelijk of te ruim opgezet? Dan kun je je níet beroepen op het gerechtvaardigd belang.